Vrijdagmiddag 8 augustus 2003. Door de openstaande ramen klinkt het gekletter van de marktkramen die weer ingepakt worden. Door diezelfde ramen overigens gisteren als loco-burgemeester direct betrokken én live getuige geweest van de vermeende gijzelingsactie in de lokale Rabobank. Of hoe een rustige zomerochtend toch ineens een hectische kan worden. Gelukkig naar omstandigheden allemaal goed afgelopen.

Ook vandaag steunt en puft  Maastricht weer onder een snikhete zon. De mussen vallen van het dak. In mezelf vraag ik me lachend af of spreeuwen  dat trouwens ook doen. Maar dat terzijde. Vandaag is het is mijn laatste werkdag. Tijd om een laatste krabbel te zetten, tijd voor een kleine opruimactie op mijn bureau, tijd voor een paar weken vrij-af.  Maar ook tijd om even een beetje afstand te nemen van een halfjaar dat me lang zal heugen.  

De balkons van Patio Sevilla, het MVV-dossier en de inval op Vinkenslag. Stuk voor stuk ingrijpende gebeurtenissen die elkaar in rap tempo opvolgden. En stuk voor stuk gebeurtenissen waar het laatste woord nog niet over gesproken zal zijn.

Terugkijkend flitsen er veel beelden voorbij: de niet te bevatten ravage na het balkon-ongeval, de vele contacten met nabestaanden en bewoners, de massale belangstelling van een bloed ruikende pers, die soms een stevig loopje met de waarheid neemt. En dus ook je eigen hoofd om 8 uur als 1e item op het NOS-journaal.  Da’s wennen. Da’s  wethouder zijn in Maastricht anno 2003.

Maar ook een beeld van stevig debat over MVV, een dreigende veldslag op de markt  en een GroenLinks standpunt, dat, nog geen 3 jaar na een eenzame roep in de woestijn der Maastrichtse raad, toch werkelijkheid wordt.  En een beeld van stevig overleg met Vinkenslag, een massale inval die niet uitblijven kon en plotseling ook persoonlijke bewaking in de privésfeer. Ook dat is wethouder zijn in Maastricht anno 2003.

Bij het opruimen sla ik mijn eerste jaarverslag nog eens op, van april jl. De inhoud lijkt inmiddels eeuwen geleden. Blijkbaar is het nu al tijd voor deel 2. Welkom in dit vak, denk ik bij mezelf terwijl ik de deur sluit, de bode groet en moe maar voldaan richting huis fiets.

Wim Hazeu