In Maastricht zijn in diverse panden jongeren bezig met het ontwikkelen van culturele en maatschappelijke activiteiten. Voorbeelden hiervan zijn het Landbouwbelang, het ‘stadskantoor’ in de Hoendersstraat en voorheen ook in ‘Villa Vendex’. De activiteiten staan onder grote druk doordat de panden waarin de activiteiten nu georganiseerd worden op korte termijn worden herontwikkeld.
Om voortgang van deze activiteiten te garanderen wil GroenLinks dat het college geschikte panden zoekt waar de jongeren hun culturele en maatschappelijke activiteiten kunnen blijven ontwikkelen en deze geschikte panden ter beschikking stelt aan de jongeren.
De activiteiten zoals deze door de broedplaatsjongeren worden ontwikkeld zijn van grote betekenis voor Maastricht. In het recent verschenen Berenschot rapport staat dat het culturele imago wat Maastricht heeft niet wordt waargemaakt door de feitelijke situatie. De creatieve industrie is een uitstekend middel om het culturele imago van Maastricht ook echt waar te maken. Broedplaatsen zoals in het landbouwbelang, zijn van grote waarde voor deze creatieve industrie omdat jongeren hun culturele talenten daar in relatieve vrijheid kunnen ontwikkelen.
De broedplaatsen zorgen er tevens voor dat er in de stad een culturele dynamiek ontstaat. Cultuur is naast het theater aan het vrijthof juist ook de dynamische en alternatieve cultuur van de broedplaatsen. De broedplaatsen zorgen voor een dynamiek welke de culturele ontwikkeling in Maastricht stimuleert en ondersteund. Dit leidt ertoe dat Maastricht zijn culturele imago waar kan maken.
Doordat de panden waarin de activiteiten van de broedplaatsjongeren zoals het landbouwbelang binnen korte termijn worden herontwikkeld ontvalt de jongeren deze huisvesting. Voor het voortzetten van hun activiteiten is het van het grootste belang dat zij snel adequate huisvesting krijgen in de vorm van een pand wat door de gemeente is opgekocht en welke voor de middenlange termijn geen herbestemming heeft.
GroenLinks wil d.m.v. dit initiatiefvoorstel het college op dragen om in Maastricht te kijken naar welke panden voor de broedplaatsjongeren geschikt zijn en deze panden vervolgens ook aan de broedplaatsjongeren ter beschikking te stellen zodat de voortgang van de culturele en maatschappelijke activiteiten voor Maastricht geen gevaar loopt.