Tijdens de behandeling van de innovatie agenda cultuur werd de motie Broedplaatsen beleid die was ingediend door Hans Passenier, fractielid van Groenlinks, aangenomen. Dat had een lange voorgeschiedenis. Het was een onderdeel in de nota innovatie cultuur van het college, maar Groenlinks wil dat er voortvarender aan wordt gewerkt. 

 

Onze bijdrage tijdens dit debat:

"Een tocht met anderen die je nog niet kent, met medebewoners van Maastricht, om te ontdekken welke cultuur er te vinden is in jouw buurt. En vervolgens met elkaar in dialoog. Wat betekent cultuur en kunst voor Maastricht, voor deze buurt, voor jou. Het was een prachtig onderdeel van de cultuurdialogen die waren opgezet om uiteindelijk tot deze nota te komen. Welke rol speelt wie? Het werd duidelijk dat de rol van de gemeente een andere moet worden in de komende jaren en ook de rol van de kunstbeoefenaars vraagt om aandacht.

Het proces dat tot dit raadsvoorstel heeft geleid verdient dan ook complimenten. De stadsgesprekken, de samenvattingen en de voorgestelde acties zijn duidelijk een neerslag van dit proces. De acties die geformuleerd zijn, zijn nog open en weinig concreet. Dat is de opzet. Het geeft het culturele veld de gelegenheid om te participeren en mee te doen. 

Er zijn voor ons een drietal aandachtspunten:

Een eerste aandachtspunt is dat zoveel mogelijk geld wordt besteed aan de cultuur zelf. Daarom vinden we het belangrijk dat de bijdrage voor branding en meting van effecten en de makelaarsfunctie zo beperkt mogelijk zijn. Daarom steunen we het amendement van SPM. 

De rol van de makelaar wordt belangrijk: zoveel mogelijk dienstbaar aan het culturele veld, daarom is de term makelaar te prefereren boven regisseur. Het gaat erom dat wat in het veld ontstaat de gelegenheid krijgt een bijdrage te leveren aan de cultuur in Maastricht.

Voor een onderdeel in de nota innovatieagenda cultuur vragen we speciale aandacht. En dat is ons aandachtspunt 2. Het broedplaatsenbeleid. 

In het raadsvoorstel staat dat er bij het creatieve en culturele veld proeftuinen worden ingericht. Een van de proeftuinen zou zich moeten richten op broedplaatsenbeleid. 

Voor ons is van belang dat dit beleid sneller wordt gevormd, want er is al veel voorwerk verricht. Op diverse bijeenkomsten is er met het veld over gesproken. Het is nu toch echt tijd na een aantal jaren gesprekken daarover en signalen uit het veld om dit beleid concreet te maken. 

Nog een reden om het uit deze nota te lichten: het gaat om beleid dat niet alleen over het culturele domein gaat maar ook over stadsontwikkeling en economie. Daarom is het belangrijk om integraal broedplaatsbeleid te gaan ontwikkelen wat zich over deze drie domeinen strekt.

De ontwikkeling van dat beleid drukt niet alleen op de budgetten voor kunst en cultuur. En juist de integrale aanpak is essentieel. 

In dat te ontwikkelen beleid moet duidelijk worden wat het betekent als de gemeente Maastricht de initiatieven voor broedplaatsen faciliteert, zijn nieuwe rol formuleert: 

De faciliterende rol van de gemeente houdt wat ons betreft in, dat

o de weg wordt gewezen in de gemeentelijke organisatie, 

o mogelijkheden van financieringen in kaart worden gebracht (door gebruik te maken van netwerken en partijen). 

o Een bijdrage vanuit een gemeentelijk fonds waarschijnlijk nodig is, waarin de rol van gemeentelijk vastgoed dient te worden meegenomen. Er is ook een mogelijkheid om gebruik te maken van een aanbod van de Triodosbank om een fonds in te richten, waarbij de gemeente alleen garant moet staan.

o pandeigenaren wordt bewogen hun panden tegen lagere ingroei huurprijzen beschikbaar te stellen voor een afgebakende periode (ntb van 5-10 jaar), waarbij het de opzet is om na die periode de volledige huur te kunnen betalen. 

o de gemeente Maastricht leegstaande panden in bezit heeft die wellicht geschikt zijn voor vestiging van broedplaatsen en die beschikbaar stellen onder dezelfde voorwaarden als hiervoor beschreven. 

o gezocht wordt naar huisvesting en hulp geboden in de bedrijfsvoering 

In praktijk blijken de marktconforme huurprijzen een obstakel te kunnen vormen voor het slagen van initiatieven. Daarvan maakt ook Maastricht Lab gewag. Er is behoefte aan de ontwikkeling van leegstaande panden op een nieuwe manier. De waardevermeerdering van leegstaande panden kan ons inziens ontstaan door de ontwikkeling van de initiatieven die in de panden gehuisvest zijn. Het is daarnaast van belang in de ontwikkeling naar een participerende samenleving dat we ruimte geven aan cultuur, ruimte geven aan startend ondernemerschap en ruimte geven aan studenten en (culturele)ondernemers die we willen binden als burgers van Maastricht. 

Daarom dienen we een motie in, die wordt ondersteund door de seniorenpartij, door de SP, door de VVD en door D66.

En nu lees ik het dictum voor: 

Daarom is het besluit in onze motie:

• Het college opdracht te geven:

• Te onderzoeken 

o hoe de integrale aanpak het beste vorm gegeven kan worden

o op welke manier een loketfunctie kan worden ingericht.

o hoe een fonds voor dit doel kan worden ingericht voor de begroting 2017 en daarna, waaruit de impuls voor het realiseren van broedplaatsen gefinancierd kan worden

o hoe de toekenning van gelden vanuit het hiervoor genoemde op te richten fonds kan worden toegekend

o hoe categorieën creatieve ondernemers gekoppeld aan gedifferentieerde huurprijzen

o op welke manier beoordeeld kan worden in welke categorie de betreffende ondernemer past, teneinde een lagere dan marktconforme huurprijs te kunnen vragen zonder dat dit als staatsteun kan worden betiteld.

• De raad met de bespreking van de kadernota te informeren over de uitslag van dit onderzoek met de intentie een broedplaatsenbeleid te formuleren.

En gaan we over tot de orde van de dag

Aandachtspunt nummer 3 is voor ons dat in de proeftuinen en tenderregelingen er aandacht moet zijn voor de samenwerking. Die samenwerking kan tussen instituten zijn en tussen individuele kunstenaars en tussen individuele kunstenaars en instituten. We denken dat dat de essentie is van wat in de nota staat. Daarom zijn we het niet eens met de motie van de PvdA die ervoor pleit dat individuele kunstenaars een tender mogen aanvragen. Het past wat ons betreft juist in de tijdgeest. Belangrijk is wel dat de tenderregeling en proeftuinen niet teveel bureaucratie met zich meebrengen. Er is nog maar weinig tijd tot eind 2017. Dus we zullen het op de voet volgen, want het is voor Maastricht belangrijk dat het een succes wordt.

En wat betreft de motie vervolgproces cultuur, die is wat ons betreft niet nodig. Er zal een evaluatie plaats vinden en dus zal het vervolg aan de orde komen.

Samengevat een nota die steun verdient, waardoor het culturele veld een impuls kan krijgen om voor te sorteren op de volgende cultuurperiode, waarin relevantie, rolverdeling en ruimte voor experiment het cultuurklimaat in onze stad versterkt.  Met een accentverschuiving naar meer cultuur en kunst en met speciale aandacht voor broedplaatsenbeleid."