1e termijn

Meneer de voorzitter,

Stelt u zich de volgende situatie eens voor: een blanke vrouw uit Maastricht is verliefd op een man die geboren is in Congo. Zij willen hun geluk tot uitdrukking laten komen door met elkaar te trouwen. Het gelukkige aanstaande paar meldt bij het gemeenteloket dat zij willen trouwen. Het paar wordt willekeurig aan een ambtenaar toegewezen. De beoogd trouwambtenaar houdt er racistische neigingen op na en wenst geen zogenaamde gemengde huwelijken te sluiten en ziet op het formulier een buitenlandse naam staan. De trouwambtenaar neemt contact op met zijn baas en geeft aan vanwege gewetensbezwaren dit huwelijk niet te willen sluiten. Stel dat er een kabinet zou zijn dat zegt, deze trouwambtenaar heeft het recht om vanwege gewetensbezwaren de voorschriften in de wet niet uit te voeren en de trouwambtenaar hoeft het huwelijk niet te sluiten. Sterker nog, dat kabinet legt dat recht vast in een nieuw regeerakkoord.

Voorzitter, dit voorbeeld zouden wij ons nu niet kunnen voorstellen. Een ambtenaar hoeft vanwege gewetensbezwaren een wettelijke taak niet uit te voeren, mag deze weigeren en sterker nog, het recht om te weigeren de wet uit voeren wordt zelfs vastgelegd. Maar kennelijk gelden er andere gevoelens als het gaat om het sluiten van huwelijken tussen personen van het zelfde geslacht, in de volksmond ook wel het homohuwelijk genoemd. Voor alle duidelijkheid; er zijn geen verschillende soorten huwelijken in Nederland. Er is één huwelijk, het burgerlijk huwelijk. Vijf jaar geleden is het in Nederland mogelijk gemaakt dat personen van hetzelfde geslacht met elkaar kunnen trouwen. Dit is een lang proces geweest, een sluitstuk van wettelijke gelijkheid tussen hetero- en homoseksuelen in Nederland. Anders gezegd, voor de Nederlandse wet is er geen verschil tussen hetero- en homoseksuelen die met elkaar willen trouwen.

Wij zien twee fundamenten van onze democratie in het gedrang: allereerst kunnen dienaren van de publieke zaak zich nu beroepen op gewetensbezwaren als het aankomt op het uitvoeren van een democratisch vastgestelde wet. De wet geldt voor iedereen in Nederland, maar in sommige gevallen blijkbaar toch even niet. GroenLinks vindt dat je hier niet aan moet willen tornen, een begin is makkelijk gemaakt, maar waar is het einde? Welke bevolkingsgroep is de volgende waar een uitzonderingspositie voor gecreëerd gaat worden?
En dat is gelijk het tweede fundamentele recht dat in het gedrang is; er wordt een uitzonderingspositie gecreëerd voor een kwetsbare groep, homoseksuelen. Door het mogelijk te maken dat ambtenaren een deel van de huwelijkswet niet uit hoeven te voeren, wordt een totaal verkeerd signaal naar de maatschappij afgegeven. Een signaal dat eigenlijk zegt, we vinden dat iedere Nederlands onderdaan het recht heeft op gelijke behandeling in gelijke gevallen, maar voor de behandeling van homoseksuelen maken we een uitzondering. Hoewel homoseksuelen volgens de wet gelijk behandeld dienen te worden is de acceptatie van homoseksuelen in de dagelijkse praktijk flinterdun. De overheid moet zich er daarom extra van bewust zijn dat de gelijkheid tussen homo- en heteroseksuelen nog dagelijks beschermd dient te worden. Door homoseksuelen wederom in een uitzonderingspositie te plaatsen, komt de deze gelijkheid in het gedrang. De overheid zegt daarmee dat gelijkheid blijkbaar verschillende vormen kent. GroenLinks vindt dit een zorgelijke ontwikkeling. Vandaag zijn het homoseksuelen, wie zijn het morgen?

Voorzitter, er zijn mensen die zeggen, maar er botsen hier twee grondrechten: het recht om als individu gewetensbezwaren te hebben tegen een bepaalde ontwikkeling (in dit geval het sluiten van homohuwelijken) en aan de andere kant het recht van homoseksuelen om gelijk behandeld te worden. Maar deze botsing is in dit geval niet aan de orde. Wij tornen niet aan de vrijheid van meningsuiting of het recht om er bepaalde opvattingen op na te houden. Binnen de kaders van de grondwet mag iedereen in ons land vinden en zeggen wat hij of zij vindt, uiteraard altijd met respect voor elkaar (dat laatste zijn we de laatste paar jaar volgens mij een beetje vergeten). Wij hebben het hier echter over trouwambtenaren in dienst van de publieke zaak, die moeten solliciteren naar deze baan wetende waar ze aan beginnen. En het allerbelangrijkste, trouwambtenaren zweren een eed of doen een belofte aan het uitvoeren van de wet. Hoe kun je trouw beloven aan de wet en vervolgens deze niet uitvoeren? Kortom, er is een wezenlijk verschil tussen gewetensbezwaren van een individuele burger en gewetensbezwaren van een dienaar van de publieke zaak die vervolgens weigert de wet waar hij of zij trouw aan heeft beloofd uit te voeren.

Wij hebben vorige maand schriftelijke vragen gesteld aan het college over deze kwestie. Wij zijn erg tevreden met de antwoorden van het college. Onze oprechte dank daarvoor. Vandaag dienen wij een motie in om als raad aan te geven dat wij het college van harte ondersteunen in de gekozen lijn. Deze motie dienen we niet alleen in, maar dit is een gezamenlijke motie van GroenLinks, SP, Stadsbelangen, D66 en Liberale Partij Maastricht.

We hebben de motie op toepasselijk papier afgedrukt. Klik hier voor de motie in Word- of PDF-formaat.

Voorzitter, wij roepen de gemeenteraad van Maastricht op gelijkheid tussen alle burgers trots uit te dragen. Gelijkheid tussen de inwoners van onze stad is een groot goed. Aan gelijkheid moet je niet tornen. En dat signaal willen wij vandaag afgeven. Voorzitter, dank u wel.