Vandaag is het zover. Binnen een klein jaar gaat Nederland opnieuw richting de stembus. En wat voor jaar: veel politiek gekrakeel, een flink portie verkeerde Haagse voornemens, maar bar weinig daadkracht.
Eigenlijk ligt Nederland bestuurlijk gezien al maanden stil. Met de A2-besluitvorming als een uitzondering die de regel bevestigt. Een geluk bij een ongeluk zal ik maar zeggen. Maar laten we wel wezen, voor de manier waarop CDA, VVD en LPF hun verkiezingsoverwinning van mei j.l. hebben verzilverd heb ik geen goed woord over. Forse rechtse plannen presenteren, maar dan ten onder gaan in onderling politiek gekrakeel en velen in onze samenleving in het ongewisse laten over hun nabije toekomst: zo’n kabinet verdient, zelfs los van de inhoud, geen enkel vervolg. Verzilveren is dan ook het verkeerde woord: Verchromen lijkt mij beter op zijn plaats.
En over verchromen gesproken: juist daarin loert wat mij betreft ook een breder gevaar in de Nederlandse politiek. De snelheid waarmee politieke stromingen het afgelopen jaar in ons land hun opmars maken of juist een diepe kniebuiging moeten maken baart mij zorgen. De gemiddelde houdbaarheid van een landelijk politicus is de afgelopen jaren in rap tempo vervlogen. Vraag is natuurlijk welke oorzaak hieraan ten grondslag ligt. Hoewel de uitslag van de verkiezingen mij nu nog niet bekend is heeft het er alle schijn van dat grote bevolkingsgroepen met alle gemak binnen het politieke spectrum van links naar rechts (e.o.) zweven. Blijkbaar doen partijpolitieke standpunten er steeds minder toe en nemen (met dank aan de TV-zapcultuur) zaken als partij-imago en persoonlijke uitstraling van politieke leiders een hoge vlucht als uiteindelijke argumenten voor de politieke keuze. Ik hoop dat GroenLinks in staat zal blijken in die trend zo sterk als staal overeind te blijven. Dat is en blijft beter dan een pakketje
schroot met een dun laagje chroom.
Wim Hazeu