Op 26 januari 2010 heeft de GL-fractie vragen over de familie Andakjan naar de staatssecretaris gestuurd.
Daarnaast is een aanvraag voor voorlopige voorziening ingediend bij de griffie Maastricht. De aanvraag is verstuurd naar de Raad van State omdat daar al een appel openstond. Nu zal er dus heel snel een uitspraak moeten komen op het appel. Mocht dit negatief zijn dan kan alsnog een beroep gedaan worden op de voorlopige voorziening.
Tevens is een aanvraag voor een nieuwe procedure ingediend op grond van bijzondere situatie, namelijk de schrijnendheid.
Schriftelijke vragen van het kamerlid Azough (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Justitie over een asieldossier
- Kent u het asieldossier van de in Maastricht woonachtige Armeense familie A?
- Klopt het dat de gezinsleden, ouders en twee in Nederland geboren kleine kinderen, in de vroege ochtend van 21 januari jl. van het bed zijn gelicht en, zonder dat hen de kans is geboden om zich aan te kleden en persoonlijke spullen mee te nemen, uiteindelijk overgebracht zijn naar het uitzetcentrum Rotterdam? Zo ja, bent u met mij van mening dat deze gang van zaken als inhumaan te kwalificeren valt?
- Waarom is niet afgezien van de daadwerkelijke uitzetting totdat besloten is op het beroep op een VTV-medisch, waardoor de kans op het veroorzaken van ernstige psychische schade vergroot is?
- Op welke wijze heeft het Bureau Medische Advisering de medische rapporten van de behandelend psychiater H.J.Th.M.C. en de orthopedagoge M.K. betrokken bij de advisering over de behandelmogelijkheden in het herkomstland Armenië en over de vraag of uitzetting medisch verantwoord is? Hoe is het te verklaren dat het BMA oordeelt dat er geen noodsituatie op korte termijn ontstaat, terwijl de behandelend psychiater zelfs vreest dat de kinderen in de suïcidaliteit van één der ouders wordt betrokken?
- Bent u met mij van mening dat de aanspraken krachtens het kinderrechtenverdrag van de beide dochters op veiligheid en geborgenheid geschonden worden door hen uit hun vertrouwde omgeving te halen en in vreemdelingendetentie onder te brengen?
- Hebben vergelijkbare uitzettingen plaatsgehad of op handen? In hoeverre zijn gemeenten betrokken bij deze uitzettingen? Heeft de gemeente Maastricht de verwijdering en uitzetting van deze familie geaccordeerd? Zo ja, is de verwijderingsprocedure tot in detail met gemeentefunctionarissen doorgesproken?
- Ziet u gezien het voorgaande reden om deze familie in het bezit te stellen van een verblijfsvergunning? Zo nee, waarom niet?
- Bent u bereid om af te zien van de uitzetting van deze familie tot deze vragen zijn beantwoord?
Den Haag, 26 januari 2010