Op 3 november 2015 vond in de gemeenteraad van Maastricht de behandeling plaats van de begroting 2016. GroenLinks sprak haar positieve verwachtingen, maar ook haar zorgen uit: over de polarisatie in het debat over vluchtelingen en over toenemende armoede onder de Maastrichtse jeugd. En passant haalde GroenLinks drie moties over de streep: over in armoede opgroeiende jeugd, over een actieplan voor de opvang van status houdende vluchtelingen in Maastricht en over de autoloze zondag.

Benieuwd naar de volledige bijdrage, uitgesproken door GroenLinks-fractievoorzitter Gert-Jan Krabbendam? Lees dan hier verder.

Bijdrage GroenLinks bij behandeling begroting 2016: Het vervolg op "Próxima estación: esperanza", het vooruitzicht op 2016

Bij de behandeling van de Kaderbrief sprak ik namens GroenLinks over Próxima estación esperanza. Het vooruitzicht, de verwachting, op al het moois dat nog gaat komen. Daar was op dat moment ook alle aanleiding toe, en dat is er nog steeds. Deze begroting 2016 biedt voor Maastricht veel om naar uit te kijken.

De inhoud van de begroting is voor ons erg herkenbaar. Coalitieakkoord, vaststaand beleid en de kaderbrief zien we terug in deze begroting. We zijn erg blij met onderdelen als de grafische samenvatting, die helpen de begroting helder en inzichtelijk te maken. Met in het achterhoofd dat de commissie B&V verder blijft werken aan het versterken van de sturende rol van de gemeenteraad op de begroting, proberen we zo ver mogelijk weg te blijven van de valkuil van het sturen op details. GroenLinks wil de discussie op hoofdlijnen voeren en daarbij inzoomen op enkele hoofdthema’s, aan de hand van de moties die we vandaag indienen.

Polarisering in het debat over vluchtelingen

Al wil ik eerst kort stilstaan bij de zorgen die wij hebben. De afgelopen maanden is het publieke debat in Nederland verhard, gepolariseerd. Niet alleen, maar wel voornamelijk rondom de vluchtelingenproblematiek. Waar tegenstanders van AZC’s opkomen voor hun vrijheden met zodanig luid en onfatsoenlijk gejoel dat zij de vrijheid van meningsuiting van voorstanders onmogelijk maken. Waar auto’s in brand worden gestoken, waar ambtenaren worden neergestoken. Geen weldenkend mens zal ontkennen dat dergelijke excessen keihard moeten worden aangepakt. Maar ik prijs me gelukkig dat we in Maastricht tot nu toe op een fatsoenlijke wijze, met oog en oor voor elkaar de discussie hebben kunnen voeren, zonder excessen. Dat doen we samen, raad én stad. Laten we er ook samen alles aan doen om dat zo te houden.

Dat doen we onder andere door oog te hebben voor de grote zorgen die leven bij de mensen die al heel lang het gevoel hebben door de overheid verwaarloosd te worden, die sociaalmaatschappelijk onderaan de ladder bivakkeren, zonder uitzicht op verbetering. De mensen voor wie verandering bedreigend voelt en misschien ook wel is. Voor hen moeten we visie en lef blijven tonen, door goed beleid te blijven voeren, door met hen in gesprek te blijven gaan en door alles op alles te zetten dat hun positie niet verslechtert en ze vooral ook zelf in staat worden gesteld hun positie te verbeteren. Het is treurig om vast te stellen dat we op dit punt bijzonder weinig leiderschap hoeven te verwachten uit Den Haag, zoals we dat evenmin hebben ervaren bij de decentralisaties. Maar zoals we bij de PGB’s Maastrichtse visie en lef hebben getoond, zo kunnen we dat ook bij het zo goed mogelijk laten landen van nieuwkomers, te midden van alle inwoners van onze stad.

Maastricht is namelijk een stad die ruimte biedt aan iedereen, ongeacht afkomst, seksuele voorkeur, geloof, leeftijd of geslacht. Maar ook een stad die perspectief biedt, niet in de laatste plaats aan de nieuwste inwoners die na een turbulente tijd van oorlog en ontbering hun plek in de Nederlandse maatschappij moeten gaan vinden. Dat gaat niet vanzelf, en het kan maar één keer goed gebeuren. We willen deze zogenaamde statushouders zo goed mogelijk in onze stad en in onze regio laten landen. Daarvoor is samenwerking en samenspel nodig met COA, werkgevers, onderwijs, stad en regio. We dienen daarom een motie in, getiteld “Actieplan vluchtelingen in Maastricht”, waarvan de overwegingen voor zich spreken.

Lees hier meer over de motie "Actieplan vluchtelingen in Maastricht".

Zorgen over in armoede opgroeiende jeugd

Zorgen hebben we ook over het armoedepeil in onze stad, niet in de laatste plaats onder de Maastrichtse jeugd. 19% van onze jongeren groeit op in armoede. De aanpak hiervan verdient wat GroenLinks betreft grote prioriteit. Armoede beperkt deze kinderen in hun ontwikkeling naar de volwassenheid, en is dan ook de basis voor de problematiek van de volwassenen én hun kinderen van morgen. We kijken dan ook met grote verwachting uit naar het Actieplan Armoede waaraan in het najaar van 2015 invulling zal worden gegeven. Daarbij gaan we ervan uit dat een Maastrichts basisinkomen hierin vorm zal krijgen. Ik herhaal op dit punt nadrukkelijk wat we ook al bij de behandeling van de Kaderbrief hebben ingebracht: dat moet wat ons betreft verder gaan dan een eenvoudiger en menselijker uitkering van een bijstandsuitkering aan de volstrekt kanslozen van onze maatschappij. GroenLinks wil het Actieplan Armoede voor wat de jeugd betreft graag ondersteunen met een pleidooi voor een hernieuwde focus op het onderwijsachterstandenbeleid, zodat onder andere taalachterstanden vroegtijdig kunnen worden aangepakt. Zuid-Limburg kampt met vergelijkbare jeugdproblematiek als in de Randstad, maar ontvangt voor bijvoorbeeld het onderwijsachterstandenbeleid niet navenant de financiën omdat van de weegfactor ‘allochtone kinderen’ hier minder sprake is. Om dit op een goede manier op te pakken, is noodzakelijk dat op wijk- en schoolniveau inzichtelijk wordt gemaakt wat de kenmerken en de omvang van de in armoede opgroeiende jeugd zijn, en dat we hiermee aan de slag gaan. We dienen dan ook op dit punt een motie in, getiteld “In armoede opgroeiende jeugd”.

Lees hier meer over de motie "In armoede opgroeiende jeugd".

Omgangsbegeleiding voor kinderen en ouders bij (vecht)scheidingen

Een van de risicofactoren bij jeugdproblematiek is overigens ook het thema van de vechtscheidingen. In 2013 was ik in de Provinciale Staten indiener van een unaniem ondersteund initiatiefvoorstel, dat in onze provincie heeft gezorgd voor een integrale vorm van hulpverlening voor de duur van twee jaar: het zogenaamde BOR-project, waarbij de afkorting staat voor Begeleide Omgangsregeling. Het wordt weliswaar niet vermeld in deze begroting, maar ik heb onlangs vernomen dat Zuid-Limburg dit provinciale initiatief overneemt. GroenLinks is erg blij dat hiermee vanaf 2016 een coalitiebelofte voor deze kwetsbare doelgroep wordt ingevuld.

Lees meer over het GroenLinks initiatief voor omgangsbegeleiding bij (vecht)scheidingen: hier, hier en hier.

Culturele broedplaatsen

De culturele sector in deze stad is kwetsbaar, en moet ondersteund worden. Het Rijk heeft aangegeven de kunstopleidingen in Maastricht belangrijk te vinden. Wij denken dat vanuit die opleidingen kunst en cultuur een nog groter deel van het leven in Maastricht mogen bepalen. Waarbij sprake is van een goed vestigingsklimaat voor kunstenaars en vooral afgestudeerden. Waar kunstenaars uitgedaagd worden om hun inventiviteit en creativiteit aan te wenden voor nieuwe producten en nieuwe ontdekkingen die het leven in Maastricht aantrekkelijk maken. Waar broedplaatsen van cultuur en ambachtelijkheid het nieuwe Maastricht gaan vormgeven. Geheel in de lijn met onze eerder aangenomen motie right to challenge, willen we als overheid van onderaf het initiatief laten ontstaan en leren hoe we daarmee om moeten gaan zonder het in de kiem te smoren.

Het klimaat en de autoloze zondag

Het laatste thema dat GroenLinks – zoals van ons mag worden verwacht – wil aansnijden, is het groene domein, in dit geval meer specifiek de mobiliteit en de bereikbaarheid van onze stad, en de luchtkwaliteit. Aankomende maand vindt in Parijs de Klimaatconferentie plaats. Een belangrijk moment om bij stil te staan. Belangrijk, omdat hier hopelijk afspraken worden gemaakt die de klimaatverandering zullen tegen gaan. De klimaatverandering die onherroepelijk zorgt voor droogte en hongersnood in de meest kwetsbare gebieden van onze planeet. Tot op heden werden oorlogen meestal gevoerd met geld als onderliggend motief. De oorlogen van de toekomst zullen gaan om de strijd om voedsel en water, en vluchtelingenstromen naar Europa zullen dientengevolge niet ophouden maar hoogstwaarschijnlijk groter worden. Dat is een groot thema om aan te snijden bij deze begrotingsbehandeling, maar we kunnen onze ogen er op lokaal niveau niet voor sluiten. We moeten werken aan bewustwording over klimaatverandering, en dus ook over de bereikbaarheid en leefbaarheid van onze stad, over de gevolgen van de mobiliteit voor de lucht die we inademen. We zien daarvoor een voorbeeld in Parijs, waar eerder dit jaar een grootse autoloze zondag plaatsvond. Maar ook in Brussel, waar een jaarlijkse traditie is opgebouwd en de autoloze zondag de perfecte aanleiding is om tal van activiteiten te organiseren die de gemeenschap versterken gekoppeld aan bewustwording over klimaat- en milieudoelstellingen. Dat willen we in Maastricht ook en om deze reden dienen we een derde en laatste motie in, getiteld "Autoloze zondag”.

Lees hier meer over de motie "Autoloze zondag".

Idealen en drijfveren

Bij de behandeling van de Kadernota sloot ik af met een citaat van Jesse Klaver. Het leek ons aardig om wederom af te sluiten met een citaat, om onze idealen en drijfveren te duiden. We kwamen uiteindelijk uit bij een column van onze voormalig fractievoorzitter in de Eerste Kamer Tof Thissen, getiteld ‘De mensen achter de getallen’.

“(…) “Ik weet dat in ieder mens de gave zit om een ander te helpen, een hand uit te steken naar iemand in nood. En toch laten we ons wegvoeren van dit menselijk talent. Een getal misleidt, strooit zand in de ogen en voedt populistische harteloosheid, gretig uitgebuit door de Geerts van deze wereld die solidariteit met arme landen verspilling vinden. En dan moord en brand schreeuwen dat mensen in pure wanhoop hiernaartoe komen. Ik pleit voor open ogen, open hart en zelf nadenken. In getallen moeten we weer duizenden keren die ene mens zien, naar wie we de hand kunnen reiken. Want dat kunnen we, als we zien wie het is en hem kennen. Dan smelt de onverschilligheid.”