In april en mei 2006 hebben zware overstromingen plaatsgevonden in de binnenlanden van Suriname. Er is forse schade ontstaan aan gezondheidszorg, onderwijs, economie, landbouw en culturele tradities.
De gemeente Maastricht heeft op initiatief van GroenLinks in 2006 een bedrag van 12.270,- Euro gestort in het Fonds voor Internationale Wederopbouw van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) ten behoeve van de watersnoodramp in Suriname. GroenLinks wil bij deze graag voorlopige verantwoording afleggen aan de Maastrichtenaren waar dit geld in Suriname voor wordt gebruikt.
Er heeft in 2006 overleg plaatsgevonden tussen de Surinaamse Minister van Regionale Ontwikkeling en de voorzitter van de VNG directieraad met betrekking tot de Surinaamse plannen voor de wederopbouw en hoe het geld van de Nederlandse gemeenten voor de wederopbouw gebruikt gaat worden.
De Surinaamse overheid heeft in samenwerking met de lokale bevolking een plan opgesteld hoe de wederopbouw het best vorm kan worden gegeven. In 2007 wordt een begin gemaakt met de uitvoering van de werkzaamheden. Het plan bevat twee kanten.
Aan de ene kant wil de regering de opgelopen schade van de overstromingen repareren.
Aan de andere kant grijpt de Surinaamse regering de ramp aan om structurele achterstanden in het binnenland fundamenteel aan te pakken door de nutsvoorzieningen ingrijpend te verbeteren.
Dit wordt mede mogelijk gemaakt door het geld wat door Maastricht ter beschikking gesteld is. Zo geeft Maastricht en de Maastrichtenaren vorm aan de internationale solidariteit.