Als ambitieus wethouder met een fors aantal idealen wil je graag veel dingen doen. Bovendien wil je die dingen natuurlijk graag goed doen. En als het even kan ook nog snel. Soms loop je daarmee nogal op de ambtelijke troepen vooruit. In dat geval is een stevige bestuurlijke sturing harde noodzaak. Soms ligt het probleem echter dieper.
Een goed voorbeeld is het thema brandveiligheid. Met de rampen in Enschede en Volendam nog vers in het geheugen vraagt de Nederlandse maatschappij mijn inziens terecht om een bepaalde basiskwaliteit brandveiligheid. En dus is gemeenteland sinds enkele jaren volop aan de slag gegaan om o.a. studentenhuizen, schoolgebouwen en horecagelegenheden te toetsen op brandveiligheid. Voldoet een pand aan deze basiseisen dan kan een zgn. gebruiksvergunning worden verleend. Maar wat blijkt, de materie ligt toch wat ingewikkeld: geschoold personeel om de vergunningen te verlenen is , zeker ook door de landelijke stormloop op deze deskundigen, onvoldoende aanwezig. Wettelijke voorschriften spreken elkaar regelmatig tegen: vanuit milieuwetgeving moet de cafédeur naar binnen openslaan, vanuit brandveiligheid juist andersom. En elk pand, zeker in historisch Maastricht, vraagt maatwerk. Al met al gaat het en kán het bij nader inzien allemaal niet zo snel als de politiek (en ook uw wethouder) zou willen.
In het heetst van de lokale politieke discussie over dit thema brand er een nog niet gecertificeerd studentenhuis af, gelukkig zonder hele grote persoonlijke ongelukken. U voelt hem al: hoe een politiek-maatschappelijk discussie pijnlijk direct op de bestuurstafel terechtkomt. Een discussie die in de kern over kwaliteit, snelheid en betaalbaarheid van die zo broodnodige vergunning gaat.
Laat drie dingen duidelijk zijn:
- Ik ga daarbij voor kwaliteit. Dus geen papieren vergunning voorafgaand aan de noodzakelijke verbouwingen maar juist andersom (Eerst de verbouwing , dan de ‘beloning’).
- Ik ga daarbij voor snelheid: In 2009 zijn alle 1600 vergunningsplichtige gebouwen getoetst (en niet in 2013, conform de landelijke norm).
- En, alhoewel de meningen daarover verdeeld zijn, ook ik ga voor betaalbaarheid. Maar in het licht van het voorafgaande betekent dat niet dat Maastricht voor een dubbeltje op de eerste rang kan zitten.
Wim Hazeu