Aan: het College van Burgemeester en wethouders van Maastricht

Van: fractie GroenLinks

Betreft: vragen ex artikel 39 RvO inzake recente incidenten kerncentrale Tihange

Maastricht,  5 december 2014

Geacht college,

Het is u ongetwijfeld niet ontgaan: op 30 november 2014 brak er brand uit in een hoogspanningspost op het terrein van Tihange 3. De reactor werd direct stilgelegd en zogezegd was er geen sprake van gevaar voor omwonenden. Inmiddels is de reactor ook weer opgestart. Op zichzelf zou je dit als een incident kunnen beschouwen. Maar dit incident staat niet op zichzelf. Op 13 november 2014 meldde de Waalse krant l’Avenir dat de avond ervoor sprake was geweest van een explosie op het terrein. Naar later bleek deze explosie ook te hebben plaatsgevonden in verband met de elektriciteitsverdeling, maar in dit geval bij reactor 2. De explosie schrikte omwonenden tot enkele honderden meters van de plek op. Die omwonenden alarmeerden de politie van Hoei, die vervolgens contact opnam met de kerncentrale, maar op dat uur niemand bij de kerncentrale aan de lijn kreeg om nadere uitleg van te krijgen. Het voorval leidde begrijpelijkerwijs tot irritatie bij de politie. De laatste woorden van het artikel zijn bijzonder zorgwekkend: Le commissaire Lambert compte envoyer un rapport à la direction de la centrale nucléaire. Car «ce n’est pas la première fois. Je leur avais déjà signalé.» Het was dus zeker niet de eerste keer dat de communicatie bij calamiteiten vanuit de centrale niet goed liep in de richting van de politie. En als dát dan al niet goed loopt, doet het vrezen voor de communicatie over de landsgrenzen. Wordt u eigenlijk wel op de hoogte gehouden van alle incidenten (en van de aard, de zwaarte en de oorzaak daarvan) die plaatsvinden in de kerncentrale van Tihange?

Wij stellen daarom aan het College van B&W, meer in het bijzonder ook de burgemeester vanuit zijn rol als voorzitter van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg, de volgende vragen:

  1. Bent/was u op de hoogte van (de aard, de zwaarte en de oorzaak van) het incident van

    12 november 2014 waarvan gesproken wordt in dit artikel in l’Avenir: http://www.lavenir.net/article/detail.aspx?articleid=DMF20141113_00558107? Zo ja, hoe en wanneer heeft dit u bereikt? Zo nee, wat is uw reactie op het feit dat u niet, al dan niet via het Ministerie van EZ, hiervan op de hoogte bent gebracht door de bevoegde Belgische instanties?

     
  2. Kunt u, al dan niet na navraag te hebben gedaan c.q. om opheldering te hebben gevraagd bij de bevoegde Belgische instanties, duidelijkheid geven over de aard, de zwaarte en de oorzaak van het incident van 12 november 2014 en de relatie van dat incident met de brand op het terrein van de kerncentrale van 30 november 2014?

     
  3. Wat is uw reactie op de verklaring van commissaire Lambert van de politie van Hoei dat het niet eerste keer is dat de kerncentrale slecht communiceert over incidenten op het terrein? Wordt u beter geïnformeerd dan de politie van Hoei? Zo ja, hoe verklaart u dat? Zo nee, zijn er meer incidenten geweest in het (recente) verleden waarvan u kunt bevestigen dat sprake is geweest van slechte communicatie? Wat gaat u van uw zijde uit doen om u ervoor in te spannen dat de communicatie vanuit de kerncentrale van Tihange verbeterd wordt?

     
  4. Heeft u vertrouwen in de veiligheid van de kerncentrale van Tihange, na verschillende opeenvolgende incidenten, waarbij zelfs sprake is geweest van een fikse brand? Zo nee, maakt u zich dan geen zorgen over het feit dat de staat van de kerncentrale kennelijk zodanig is dat er explosies en spontane branden plaatsvinden? Zo ja, wat gaat u doen om onze zorgen aan de Belgische overheid duidelijk te maken?

Voor alle duidelijkheid ten aanzien van vraag 4: de grens van het aantal malen dat u hiervoor simpelweg doorverwijst naar de Minister van Economische Zaken is wat ons betreft bereikt. U heeft (en meer specifiek, zeker de burgemeester als voorzitter van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg) uw eigen verantwoordelijkheid om op te komen voor de veiligheid van de inwoners van Zuid-Limburg. Daarnaast heeft u (waarvoor onze complimenten) de banden met de Euregio aangehaald. Gebruik die, is onze oproep aan u.

Vanwege de samenhang van deze vragen met de eerdere beantwoording van 24 april 2014 van de vragen van GroenLinks van 28 maart 2014, hebben wij voorts daarop de navolgende aanvullende vragen:

  1. U meldde in uw beantwoording van 24 april 2014 dat de Commissaris des Konings aan de Minister van Economische Zaken had verzocht over te gaan tot het organiseren van een grootschalige grensoverschrijdende kernrampenoefening (mét onze Vlaamse, Waalse en Duitse buren). Hoe is hiervan de stand van zaken? Wanneer kunnen we deze oefening verwachten? Indien de Minister afwijzend op dit verzoek heeft gereageerd, neemt u daar genoegen mee? Wat gaat u in dat geval doen om alsnog te bewerkstelligen dat een zodanige oefening zal plaatsvinden?

     
  2. Hoe is de stand van zaken van het overleg op nationaal niveau tussen Nederland, België en Duitsland over het vergroten c.q. uniformeren van de maatregelzonering? Vind u dat dit overleg, dat in uw woorden al geruime tijd plaatsvindt, snel genoeg gaat? Wat is het moment dat u, als eerstverantwoordelijke voor de veiligheid in Zuid-Limburg, vindt dat een ruimere maatregelzonering gerealiseerd dient te zijn en wat gaat u eraan doen om de uit het overleg voortkomende ontwikkelingen te bespoedigen?

     
  3. Welke ontwikkelingen omtrent de kerncentrale van Tihange zijn op dit moment ‘werk in uitvoering’ binnen de Veiligheidsregio Zuid-Limburg? Met andere woorden, hoe staat het onderwerp in het recente verleden (sinds april) en in de nabije toekomst (tot 2017) volgens planning op de agenda van de Veiligheidsregio? Bent u bereid om wanneer sprake is van nieuwe ontwikkelingen de gemeenteraden van Zuid-Limburg hierover actief te informeren?

Namens de fractie van GroenLinks Maastricht,

Gert-Jan Krabbendam, fractievoorzitter